maandag 8 december 2014

De boom lijkt altijd groener bij de buren

Voor het milieu zou het het beste zijn als we gewoon géén kerstboom kochten.

Want of je nou een kunst- of echte boom vol ballen hangt, alleen al het ritje naar het tuincentrum of de bomenboer zorgt voor vermijdbare CO2-uitstoot. Net als het treurige einde van je boom in de verbrandingsinstallatie of op een composthoop.

Maar als je dan tóch een boom wilt kopen, welke heeft dan de kleinste milieu-impact?

Volgens de meeste onderzoeken is een natuurlijke boom duurzamer. Dit artikel (wel verouderd, uit 1998) legt in detail uit wat je ook simpel kunt zeggen: het kost meer grondstoffen en energie om een kunstboom te maken. En die zorgt met al z'n kunststof en plastic ook voor meer uitstoot van schadelijke stoffen, als hij na een paar jaar wordt afgedankt.

Recenter is dit rapport, dat de milieu-effecten van kunstbomen en echte bomen op een aantal punten vergelijkt op basis van diverse studies. Het richt onder andere de aandacht op de voordelen die echte bomen opleveren vóór ze in onze huiskamer belanden: dat ze CO2 opnemen bijvoorbeeld, zuurstof produceren en een thuishaven bieden aan allerlei beestjes.
Nadeel aan dit rapport: een van de opdrachtgevers, degene ook die alles aan elkaar schreef, werkt wel erg veel voor de 'natuurlijkebomenbranche' zelf. Niet echt een onafhankelijk onderzoek dus.

Gelukkig kwam ik ook dit Canadese onderzoek tegen (je moet wel je mailadres in te vullen om het te kunnen downloaden), eerder al in begrijpelijke taal toegelicht in de New York Times. Al is dat niet eens echt nodig: de samenvatting van de onderzoekers zelf is helder (en de onderbouwing zéér uitgebreid). Als je een kunstboom zes jaar gebruikt, heeft hij een drie keer zo grote impact op klimaatverandering als de natuurlijke bomen die je in die zelfde zes jaar zou gebruiken. Pas als je een kunstkerstboom bijna twintig jaar houdt, is die qua CO2-uitstoot milieuvriendelijker dan een echte.

Wel een kanttekening: let er bij aanschaf van een natuurlijke boom op dat hij niet van al te ver is aangevoerd, want al dat transport zorgt uiteindelijk voor de grootste milieubelasting, zegt Milieu Centraal. Nieuwe lampjes kopen? Let dan op het energieverbruik.
Als je boom de deur uit gaat: zet hem met kluit in de tuin. Of, als je daar geen plek voor hebt: liever op de composthoop dan naar de kerstboomverbranding.

Dan zijn er nog wat losse dingen die je kunt doen om milieuvriendelijk kerst te vieren.
Zo kun je je eigen kerstversiering maken van natuurlijke materialen. Of dit idee voor een duurzaam kerstdiner eens bekijken.

woensdag 3 december 2014

Blijkt dat bleke pokke-papier ineens de norm

"Misschien was het een beetje een mode-artikel", zei de meneer van de boekhandel.

Zijn winkel was de zesde die ik bezocht, op zoek naar notitieblokken van gerecycled papier. Overal hetzelfde antwoord: "Dat verkopen we al een hele tijd niet meer."
Eén winkelier legde uit: "Vroeger hadden we er bewust voor gekozen zoiets in het assortiment te houden. Daar zijn het de tijden niet meer naar. De mensen willen niks dat duurder is dan bij de Action."

Vroeger. Dan moet hij de jaren negentig bedoelen, toen in vele winkels gerecyclede schriften lagen. Met van dat bruinige papier met spikkeltjes. Toen vond ik dat niet mooi en koos ik liever voor het spierwitte bleekpapier waar ik nu juist vanaf wil.
Wat blijkt: vindt de rest van de wereld dat pokke-papier ineens de norm.

Overigens is het verschil in milieubelasting tussen 'nieuw' en gerecycled papier volgens Milieu Centraal klein, als het gaat om energieverbruik tijdens de productie. (Al is er volgens de website Papierpraat.nl weer wél een groot verschil: die noemen cijfers van 1,7- 5,5 kWh energieverbruik voor elke kilo gerecycled papier en 5 tot ruim 10 kWh per kilo van zogenaamde 'virgin (nieuwe) vezels'.)

Voor de productie van hergebruikt papier is hoe dan ook minder water nodig, en je hoeft er ook geen extra bomen voor te kappen.

Een gemiddelde Nederlander verbruikt jaarlijks ruim 100 kilo papier. Dat zit in de kranten die we lezen, de notities die we maken, de verpakking van ons eten. Goed voor 1.800.000.000 kilo papier op jaarbasis, in ons land alleen. En da's nog maar de helft van ons Nederlands papier, want bedrijven en instellingen zijn goed voor nog eens dezelfde hoeveelheid.

Volgens Milieu Centraal betekent duurzaam met papier omgaan dan ook vooral: mínder papier gebruiken.
Dus komen er een paar nieuwe voornemens op het lijstje van mijn Keukentafelklimaattop. Ik zal proberen de rest van deze maand geen enkele print meer te maken, maar alles te lezen vanaf beeldschermen (die in elk geval op mijn werk toch al aan staan).
Ook beloof ik geen nieuwe boeken meer aan te schaffen, als er ook een tweedehands versie of bibliotheekboek beschikbaar is.

En verder ga ik toch lekker die gerecyclede blokjes bestellen.
Want online vond ik wél wat bruins met spikkeltjes. 
Hier bijvoorbeeld. En hier.





donderdag 27 november 2014

Sparen om naar de wc te kunnen

De gemiddelde Nederlander jaagt er jaarlijks zo'n 15 kilo toiletpapier door. Da's weliswaar iets meer dan het Europees gemiddelde, maar toch steken we gunstig af bij Amerikanen, die per hoofd van de bevolking zo 25 kilo doorspoelen.

Greenpeace sloeg een paar jaar geleden alarm, omdat liefst 98 procent van dat Amerikaanse toiletpapier rechtstreeks zou zijn gemaakt van bomen - vaak zelfs van oerbos. Geen flintertje gerecycled materiaal. En da's slecht nieuws voor het milieu.
(Waarom precies, dat wordt overigens helder en bondig uitgelegd in dit artikel van de Volkskrant.)

Dat doen we in Europa iets beter. Al wordt hier volgens de meeste bronnen die ik vond ook meer dan de helft van het wc-papier gemaakt van verse houtvezel, zo'n 40 procent van de Europese merken bevat wél substantiële hoeveelheden gerecycled materiaal.

Maar ja: hoe vind je in de supermarkt nou net dát merk dat het verstandigst omgaat met grondstoffen en energie? Deze week belandde het Ecologisch toiletpapier van AH Puur & Eerlijk in mijn mandje, maar ik herinnerde me vaag dat daar 'iets' mee was - en na even zoeken kwam een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde boven drijven, die ik er ooit over zag. Dit ecologische toiletpapier bevat niet meer gerecycled materiaal dan veel 'gewoon' toiletpapier. En het bleken is bepaald niet milieuvriendelijk.

Wie dan wel te kopen?
Het WereldNatuurFonds zette uitgebreid op een rij welke papierproducenten 'deugen'. Je kunt per land en per papiersoort zoeken naar producten die verantwoord zijn geproduceerd. Volgens die database is bijvoorbeeld Page Groen & Zacht een prima optie.

De meest vooruitstrevende producent van toiletpapier die ik vond is echter North River, een bedrijf dat produceert vanuit de VS en Canada. Hun Eco-merk is ook verkrijgbaar bij Albert Heijn. Hun productieproces is een natte droom voor 'greenies'. Het bedrijf bezit zijn eigen waterkrachtcentrales en windmolenparken; de productie wordt volledig aangedreven met windenergie; het papier wordt geheel gemaakt van gerecycled papier.

Toch twee minpunten: het transport en de prijs.
North River vervoert zijn toiletpapier per schip naar Europa; dat levert volgens het bedrijf zelf minder CO2-uitstoot op dan toiletpapier dat meer dan 400 kilometer over land wordt vervoerd.
Met die mededeling gaat het bedrijf er echter wel aan voorbij dat zijn product, eenmaal in Europa aangekomen, nog steeds gewoon over de weg moet. Eerst naar een distributiecentrum, dan naar een winkel, en dan naar het huis van de consument. Al dat wegtransport doet het milieuvriendelijke productieproces alsnog grotendeels te niet.
En dan die prijs: de goedkoopste variant komt op 2,84 euro voor 4 rollen, bijna het dubbele van de meeste andere merken in dezelfde winkel.

Dat kostenargument weerhoudt me ook van de aanschaf van Satino Black, een merk van het Nederlandse bedrijf Van Houtum, dat volledig CO2-neutraal wordt geproduceerd. Dit merk scoort ook uitstekend in die WNF-database waar ik het eerder in dit blog al over had. Je koopt het in grote hoeveelheden, omdat dit papier eigenlijk bedoeld is voor bedrijven en grotere organisaties - dus voor toiletruimtes waar veel mensen komen.
Maar hoewel de rollen daarom ook veel dikker zijn, vind ik dik 63 euro voor 24 onhandig grote rollen echt te veel.

Volgende keer gaat dus gewoon die Page Groen & Zacht mee naar het kleinste kamertje.




maandag 24 november 2014

Tussen douchekop en afvoerputje

Er bestaan die-hards die aanraden koud te douchen - goed voor je gezondheid én voor het milieu. Wie doucht met koud water, verbruikt immers geen gas om dat water op te warmen.
Maar één kortstondig experiment met een koude douche bracht me deze week tot de conclusie: daar ben ik bij lange na niet stoer genoeg voor.

Toch moet er iets gebeuren met het verbruik van warm water. Het is een van de voornaamste bronnen van de CO2-uitstoot die gewone huishoudens veroorzaken. Volgens Milieu Centraal gaat het om gemiddeld 11 procent van die totale uitstoot.
En bijna de helft daarvan veroorzaken we onder de douche.

Nu kun je dat verbruik op verschillende manieren terugdringen. Maar het marginaal verlagen van de watertemperatuur - zoals ik oorspronkelijk van plan was - blijkt er niet één van. Of in ieder geval: een uitgebreide zoektocht naar de milieu-effecten van zo'n lagere temperatuur leverde geen snippertje bruikbare informatie op.
Daarom heb ik zelf maar de conclusie getrokken: als werkelijk niemand het over deze maatregel heeft, levert hij waarschijnlijk simpelweg te weinig op.

Gelukkig zijn er ook maatregelen die het warmwaterverbruik onder de douche wél serieus beperken.
Met de aanschaf van een waterbesparende douchekop (de zuinigste verbruiken 'maar' iets meer dan 4 liter per minuut) is bijvoorbeeld veel voordeel te behalen.
Het allermooiste is echter de installatie van wtw (warmte-terugwinning-uit-water). Zo'n systeem haalt warmte uit water dat door het doucheputje verdwijnt, en benut die om water op te warmen dat nog naar de douchekop gaat. Een fantastisch systeem, want als je er over nadenkt is douchen energietechnisch gezien vrij gruwelijk. Al dat water verwarmen, terwijl je het vervolgens alleen gebruikt in de twee seconden tussen douchekop en afvoerputje - zonde. We lozen letterlijk energie in het riool.

Een wtw kan dat warmteverlies met meer dan de helft beperken. Maar zo'n systeem, hoe mooi ook, is niet voor iedereen haalbaar. De aanschaf kost minstens een paar honderd euro, soms meer dan duizend. En installatie is alleen handig bij nieuwbouw of volledige renovatie van badkamers.

Je kunt natuurlijk ook gewoon je gedrag veranderen: kost niks en kan altijd. Dus douche ik nu niet meer op lagere temperatuur, maar wel nog steeds zo kort mogelijk. Bovendien draai ik de kraan niet meer helemaal open. Onder een zacht straaltje is het prima douchen; alleen om je haar uit te spoelen heb je even een krachtiger straal nodig.

Dan kwam ik ook nog deze originele tip tegen: draai de douche uit terwijl je je lichaam of haren inzeept. Die komt overigens van Ik red de wereld, een blog om vrolijk van te worden.

Misschien iets om eens op te klikken, als je net chagrijnig onder de koude douche vandaan komt.


TOEVOEGING 26 november: Ongelooflijk dat ik deze in mijn oorspronkelijke blog vergeten was, maar: wie duurzaam wil douchen, kan natuurlijk ook eens naar zonneboilers kijken.

vrijdag 14 november 2014

Klein begin, groen eitje

De maatregelen die ik de afgelopen weken nam om mijn verbruik van energie en grondstoffen te beperken, bestonden vooral uit kleine gedragsveranderingen - met dus ook maar kleine positieve effecten voor het milieu. Wil ik mijn persoonlijke carbon footprint substantieel verkleinen, dan moet ik werk gaan maken van zaken als een zuiniger auto en betere woningisolatie.

Maar ik wil het nu niet over die mitsen en maren hebben. Ik wil het er over hebben hoe makkelijk het blijkt om keuzes te maken die je milieu-impact in elk geval íets verkleinen. Zonder moeite, extra budget of gedoe.

Ik beschouwde mezelf altijd als een verantwoordelijk consument en milieubewust burger. Dat zelfbeeld blijkt aan de rooskleurige kant, nu ik mijn gewoontes echt onder een groene loep heb gelegd. Onder dat vergrootglas verschijnt het ene na het andere voorbeeld van onbewuste verspilling, op talloze momenten in mijn dagelijkse routines.

Tot zo ver het slechte nieuws.

Het goede nieuws? Het blijkt verrassend eenvoudig die kleinere 'milieu-misstapjes' aan te pakken.

Warme havermout inruilen voor muesli scheelt op jaarbasis bijvoorbeeld ruim dertien uur magnetrongebruik. Nu de Nee/Ja-sticker eindelijk op de brievenbus prijkt - letterlijk een paar seconden werk - zit de papierbak zeker de helft minder vol. Het voornemen de droger maximaal eens per week in te zetten bleek makkelijk haalbaar, in drie weken tijd is hij één keer aan gegaan.

Hoewel ik meende dat ik geen werkdag zonder auto kon is dat de afgelopen twee weken op drie dagen toch gelukt. De kaas en boterhammenworst die zo'n gewoonte waren? Doordeweeks moeiteloos vervangen door heerlijke hoummous en tomatenpaté (overigens pas na een eenmalige en traumatische ervaring met een hier al eerder genoemde avocadospread).

Het koffie zetten zonder Nespressocups wende in een paar dagen. De puzzels die ik voor mijn dochters kocht in een tweedehands zaakje waren minstens zo mooi als nieuwe exemplaren in de speelgoedzaak.

De overstap op groene stroom en gas met CO2-compensatie? Geregeld, tegen een maandtarief dat welgeteld 2 euro hoger ligt dan dat van onze oude aanbieder - die een van de meest vervuilende Nederlandse kolencentrales in onze achtertuin heeft staan.

En dit is nog maar een greep uit de voorbeelden.

Nu kun je zeggen: zulke kleine stapjes van één persoon, daar schiet het milieu geen nanometer mee op. En feitelijk klopt die uitspraak.
Toch vind ik het hoopgevend dat er in een normaal gezin, in een druk leven en met een beperkt budget, zo makkelijk ruimte te vinden is voor groenere keuzes.







woensdag 12 november 2014

Klimaatdiscussie: onzin en onbegrip

Het verbaast me steeds weer, en steeds meer: de enorme kloof tussen het actuele wetenschappelijk inzicht in de oorzaken en omvang van klimaatverandering enerzijds, en de gebrekkige kennis daar over in de maatschappij anderzijds.

Zeker de helft van de mensen met wie ik mijn persoonlijke zorgen bespreek - vrienden, familie, soms collega's - denkt dat het wetenschappelijke inzicht in klimaatverandering nog in de kinderschoenen staat. Dat de menselijke invloed op ons klimaat nog serieus ter discussie staat. Dat wetenschappers, journalisten en politici die waarschuwen voor de mogelijk zeer ernstige gevolgen van een verdere ongestoorde uitstoot 'de boel overdrijven', of slechts hun persoonlijke visie etaleren.

Zo heel gek is dat ook niet, want deze schets van de situatie krijgt nog steeds ruim baan in de media. Daar weegt de mening van mensen die die de mainstream klimaatwetenschap in twijfel trekken met regelmaat even zwaar, of zelfs zwaarder, dan bijvoorbeeld de inhoud van het recente IPCC-rapport, dat een compleet en breed beeld geeft van de huidige stand van de wetenschap (voor een heldere en zeer beknopte samenvatting in 18 tweets, klik hier).

En als wetenschappers met relevante kennis van zaken een weerwoord proberen te bieden aan de klimaatnonsens die 'ontkenners' verspreiden (kijk ook eens hier), wekken ze daardoor soms onbedoeld de indruk dat er nog daadwerkelijk over feitelijke kennis te discussiëren vált.

Het is zeker dat de gemiddelde temperatuur van onze atmosfeer en oceanen sinds het begin van de Industriële Revolutie in een ongebruikelijk hoog tempo is gestegen. Een overweldigende hoeveelheid klimaatwetenschappelijk onderzoek uit de afgelopen decennia onderbouwt de stelling dat de door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen de belangrijkste reden is voor die opwarming.
En hoewel de exacte verdere ontwikkeling van de wereldwijde temperatuur niet te voorspellen is - niemand heeft een glazen bol - onderschrijft zo'n beetje iedereen die verstand heeft van klimaatwetenschap de stelling, dat de verdere temperatuurstijging nog voor het einde van deze eeuw een niveau bereikt dat van de aarde een onaangename plek maakt om te leven. Niet alleen voor een groot deel van de mensheid, maar ook voor de plant- en diersoorten waar wij deze planeet mee delen.

(Voor een stoomcursus klimaatkennis kan ik overigens deze zeer leesbare pagina van The Guardian sterk aanbevelen; ook New Scientist heeft een ietwat verouderde, maar uitgebreide en heldere klimaatpagina.)

Inderdaad: de exacte toename van verschijnselen als droogtes, zeespiegelstijging, extreme regenval en stormen is door de wetenschap niet te voorspellen. Maar dát zulke verschijnselen vaker voor zullen komen - in het ene werelddeel overigens vaker dan in het andere - en dat ze gemiddeld ook heviger zullen zijn dan nu, dat staat onder klimaatwetenschappers eigenlijk niet meer ter discussie. 

Het is prima, zelfs noodzakelijk, om een debat te voeren over klimaatverandering. Maar: ga dat dan wel aan over zaken die daadwerkelijk nog ter discussie staan, en niet over bewezen feiten. Ik heb vorige week met verbijstering gekeken naar enorme opiniestukken in Volkskrant en NRC (inloggen vereist), waarin mensen zonder enige achtergrond in de klimaatwetenschap de ruimte kregen om achterhaalde visies en zelfs onwaarheden te verkondigen.

We kunnen het er over hebben welke risico's we bereid zijn te accepteren. We kunnen er over debatteren welke maatregelen we al dan niet noodzakelijk vinden om de uitstoot te beperken. We kunnen het oneens zijn over de beste manieren om die uitstoot bij te sturen.

Maar laten we wel ophouden met onzinnige debatten over het al-dan-niet van de opwarming zelf, of de invloed die het handelen van de mens daar op heeft.  Pas als die non-discussies eindelijk eindigen, krijgen mensen de kans zich een helder beeld te vormen van wat er op dit moment écht bekend is.

En ze hebben het recht dat te weten.

zaterdag 8 november 2014

Mutserig receptenblog

Het Voedingscentrum heeft een handige applicatie op de website, die ik deze week pas ontdekte: de Klimaatweegschaal. Je vult in hoe je boodschappen doet, wat je eet en hoe je dat bereidt, en je ziet vervolgens in één oogopslag welke impact je maaltijd op het milieu heeft. Er bestaan twee versies van de Klimaatweegschaal: een eenvoudige en een uitgebreide.

Verander je elementen tijdens het invullen, bijvoorbeeld de bereidingswijze of een ingrediënt, dan wordt ook het verschil ten opzichte van eerder ingevulde informatie inzichtelijk gemaakt.
Zo kan de applicatie je helpen de meest milieuvriendelijke opties voor je maaltijden te bepalen.

Het is absoluut de moeite waard om het lekkers op je bord eens door een groene bril te bekijken. Volgens Milieu Centraal komt gemiddeld bijna een derde van de milieubelasting die een huishouden veroorzaakt, voort uit voeding.

Er zijn een paar simpele stelregels, die je in dit documentje nog eens beknopt ziet toegelicht (pagina 12  en 13). Dierlijke producten als zuivel en vlees hebben over het algemeen de grootste negatieve impact op het milieu, als je over eten praat. Dat betekent dus ook dat daar echt iets te winnen valt, als je milieubewuster wilt eten. Ook loont het om zo vaak mogelijk verse groenten en fruit te kopen in plaats van blikgroente. Het bewerken en verpakken van producten kost immers ook energie en grondstoffen.

Omdat het me moeite kost écht milieuvriendelijke maaltijden samen te stellen, en anderen misschien dus ook, deel ik bij deze een van mijn lievelingsrecepten. Eenvoudig te maken, lekker, gezond - en volgens de Klimaatweegschaal ook nog eens erg milieuvriendelijk (ondanks de blikgroente en eieren). We noemen het hier 'eieren in een pannetje'. Ook onze dochters  - bijna 2 en net 3 - smullen er van.

WAARSCHUWING!! Mensen die niet houden van mutserige receptenblogs doen er verstandig aan hier af te haken.

Fruit 1 grote gesnipperde ui, 2 gesnipperde knoflookteentjes en reepjes rode peper op matig vuur in wat olie. Voeg na een paar minuten 3 in blokjes gesneden tomaten en 1 in repen gesneden rode paprika toe. Doe na een minuut ook de inhoud van een potje witte bonen in tomatensaus en een blik tomatenblokjes in de pan. Spoel de inhoud van een blik kidneybonen af en voeg ook die toe.
Maak dan kuiltjes in de saus en breek daar vier eieren in. Laat nog twintig minuten op laag vuur staan, met het deksel op de pan, tot de eieren gestold zijn.

Serveer met stevig brood.

En: de boodschappen doe je natuurlijk op de fiets of te voet!

(De ingrediënten op een rij: 1 grote ui, 2 knoflookteentjes, 1 rode peper (ontdaan van de zaadjes), 3 flinke tomaten, 1 rode paprika, 1 potje/blik witte bonen in tomatensaus, 1 blik tomatenblokjes, 1 blik kidneybonen, 4 eieren en stokbrood of ander stevig brood)



donderdag 6 november 2014

Nespresso is niet de bad guy - dat ben ik

De gemiddelde Nederlander drinkt iets meer dan drie kopjes koffie per dag.

Ik hou van koffie. Ik drink het als water. Op een doordeweekse dag haal ik de zes koppen met gemak. Op het werk uit de automaat, thuis uit zo'n verleidelijk glimmend Nespresso-ding. En daar wringt iets. Want de aluminium cupjes die thuis na elk bakkie troost de vuilnisbak in gaan, dat kán niet passen bij een duurzame levensstijl.
Sinds ik ontdekte dat je gebruikte cupjes mee mag geven met de meneer die nieuwe Nespresso komt bezorgen, houden we ze weliswaar netjes apart voor recycling - maar dan nóg.

Nu blijkt Nespresso zijn verantwoordelijkheid best te nemen. Het bedrijf is actief bezig zijn milieubelasting te verlagen. Tussen 2009 en 2013 reduceerde Nespresso de CO2-uitstoot per cup naar eigen zeggen met 20 procent, en in 2020 moet daar nog eens 10 procent vanaf zijn. Bovendien wil Nespresso in 2020 volledig CO2-neutraal opereren, wat betekent dat ze hun eigen uitstoot dan willen compenseren met investeringen in bijvoorbeeld duurzame energie en de aanplant van bomen. Dat is netjes, van Nespresso.

Al vraag ik me af in hoeverre het bedrijf opereert uit oprechte betrokkenheid en in hoeverre uit marketingoverwegingen. Zeker gezien het verbijsterende interview dat de topman van moederbedrijf Nestlé eerder dit jaar gaf aan The Guardian. De mens moet niet voor God spelen door maatregelen te nemen tegen een veranderend klimaat, stelde hij. Hoewel inmiddels 97 procent van de klimaatwetenschappers meent dat we die klimaatverandering ook zelf veroorzaken, denkt deze meneer Brabeck dáár dan weer heel anders over.

Maar goed: uiteindelijk gaat het niet om de motivatie van Nespresso, maar om het resultaat. De producent van mijn koffie doet zijn best de carbon footprint van zijn product te minimaliseren. Nespresso is hier niet de bad guy - dat ben ik zelf.
Ik kies er voor koffie te drinken die per portie wordt verpakt in kleine, vervuilende aluminium cupjes. Waarvoor ik bij elk kopje een apparaat moet opstarten en opwarmen.Wat voor koffie je ook drinkt, zo'n 30 tot 40 procent van de milieubelasting wordt bepaald door de bereidingswijze.

Via dit linkje krijg je overigens een zeer compleet inzicht in de milieubelasting van verschillende soorten koude en warme dranken.

Tijd voor een duurzamer alternatief. Voor een definitief afscheid van koffie sta ik niet stevig genoeg in mijn schoenen. Dus kies ik voor een middenweg: minder en minder milieubelastende koffie. Thuis geen Nespresso meer. Mijn vriend mag de cups opmaken. Ik houd het voortaan bij koffie uit de cafetière: minder verpakking, van een bovendien minder milieubelastend materiaal, en een energiezuiniger bereiding. Op het werk voortaan maximaal twee automatenkopjes per dag - verder water.

PS. Ik heb de afgelopen weken verder ook ontdekt dat de vegetarische couscousburgers van de Albert Heijn prima zijn. En dat je nooit, maar dan ook nooit veganistische avocado-boterhammenspread van de natuurwinkel in je mond zou moeten stoppen.



vrijdag 31 oktober 2014

Kantoorkwesties, part II: traplopen

KOp de eerste werkdag na mijn keukentafelklimaattop kreeg ik al spijt van één van mijn beloftes:  dat ik op mijn werk niet langer de lift, maar de trap zou nemen.

Ik werk sinds een maand of wat op de achtste verdieping van een kantoortoren en er valt het een en ander aan te merken op mijn conditie. Bovendien sleep ik steevast een paar kilo's bagage mee naar mijn werk (laptop, dossiers, papierwerk). Het klimritme ziet er daarom ongeveer als volgt uit: op de vierde verdieping begint de pijn in mijn bovenbenen, rond de zesde verdieping wordt die onaangenaam en eenmaal op de achtste vervloek ik mijn klimaatbeloften.

Maar: het levert wat op. Nederland telt zo'n 80.000 liften, en elke lift verbruikt op jaarbasis ongeveer even veel energie als een gezin met een paar kinderen. Die liften zorgen voor een duizendste van het totale Nederlandse energiegebruik. Als mensen vaker de trap nemen kunnen we met z'n allen vrij eenvoudig het energieverbruik van een bescheiden stad besparen.

Betrouwbare cijfers over het energieverbruik per verdieping kon ik overigens niet vinden. De enige getallen die ik vond stonden in Mixx, een online magazine van energieleverancier Oxxio. Dat zelfde artikeltje geeft verkeerde informatie over de energieverbranding van je lijf op een trap, dus heb ik ook zo mijn twijfels bij de cijfers over het energieverbruik van liften die daar staan.

Bij gebrek aan beter gebruik ik die Mixx-informatie echter toch voor mijn eigen rekensom. Als een lift per verdieping zo'n 2 Wh aan elektriciteit verbruikt, bespaar ik met mijn zestien verdiepingen traplopen 32 Wh per werkdag. In een week (vier werkdagen, in mijn geval) is dat dus 128 Wh.
Dat is meer dan het gemiddelde energieverbruik van een smartphone in die zelfde week. En met die energie zou je ook drie uur televisie kunnen kijken of drie à vier magnetronmaaltijden op kunnen warmen.

Bovendien: traplopen is goed voor je.

Dat is een mooie bonus van milieubewust leven. Veel dingen die goed zijn voor het milieu, zijn ook gewoon beter voor mij. De fiets pakken in plaats van de auto, de trap in plaats van de lift? Meer verse groente en fruit en wat minder vlees en kaas? Dat is niet alleen beter voor de planeet, maar ook voor je lijf.

woensdag 29 oktober 2014

Kantoorkwesties, part I: kopje koffie

Goed nieuws voor mijn collega's: ik zal ze niet langer lastigvallen bij de koffieautomaat.

De afgelopen weken drukte ik collega's - soms tot vervelens toe - op het hart om vooral geen plastic wegwerpbekertjes te gebruiken. Want in de kast naast onze automaat staan ook gewoon ouderwetse mokken, en die zijn veel beter voor het milieu dan die wegwerptroep.
Tenminste: dat zei mijn gezonde boerenverstand.

Dat had mijn gezonde boerenverstand dus mooi bij het verkeerde eind. De milieubelasting van plastic bekertjes blijkt helemaal niet groter dan die van gewone kopjes. Als het gaat om energieverbruik en CO2-uitstoot, maakt het niet veel uit wat voor kopje je pakt. Wel wat je er mee doet als je het leeg hebt gedronken. De onderbouwing, van TNO, vind je hier.

Hoe dat kan? Nou: de productie en het transport van zo'n aardewerken mok vergen veel meer energie en grondstoffen dan die van de wegwerpbekertjes. En je moet hem steeds afwassen met warm water, wat ook energie vergt. Daardoor is de milieubelasting van beide producten uiteindelijk even hoog, ook al belandt dat plastic bekertje aan het einde van zijn eerste werkdag al in de vuilnisbak.

Wil je milieuvriendelijk koffie drinken, dan maakt het uiteindelijk niet uit wat voor kopje je pakt. Wat wél helpt om de milieubelasting omlaag te brengen? Kopjes zo vaak mogelijk gebruiken gebruiken voor je ze weggooit of omspoelt. Dat geldt overigens zowel voor gewone als voor wegwerpbekers.




maandag 27 oktober 2014

De witte motor

Op  mijn to-do-lijstjes zet ik steevast iets dat ik al geregeld heb: het motiveert zo lekker, als je meteen iets kunt afstrepen.

Mijn lijstje met klimaatbeloftes vormt geen uitzondering. 'Sojamelk gebruiken in plaats van gewone melk', dat doe ik al een tijdje. Maar ik heb me er nooit in verdiept welk milieu-effect dat precies heeft. Overstappen leek me hoe dan ook een goede zaak. De analogie van melk als 'de witte motor' gaat immers op meer dan één manier op; koemelk zorgt voor een forse uitstoot van broeikasgassen.

Nu ik me wél heb verdiept in de effecten, blijkt het toch iets ingewikkelder te liggen. Inderdaad: voor de productie van een liter sojamelk is minder land en water nodig dan voor de productie van een liter gewone melk. (Kijk ook eens hier, in de hoofdstukken over melk en sojadranken, voor uitvoeriger informatie). En de uitstoot van broeikasgassen ligt ook fors lager. Geen wonder: ons melkvee zorgt immers voor ruim de helft van de Nederlandse uitstoot van methaan, dat als broeikasgas vele malen sterker is dan CO2.

Maar aan soja kleven ook nadelen. Kijk voor een vrij alarmerend inkijkje in de neveneffecten van de sojaproductie eens op de website van de Nederlandse Sojacoalitie, die zich inzet voor een duurzamere sojahandel. Om aan de enorme vraag naar soja te voldoen wordt jaarlijks ruim anderhalf miljoen hectare regenwoud gekapt, zodat er sojaplantages bij kunnen komen. Die gronden worden bovendien regelmatig met geweld onteigend, en op de sojaplantages die er vervolgens komen is soms sprake van slavernij.

Da's even slikken. Deugt die sojamelk die ik 's ochtends over de havermout giet wel? Of werk ik nu ineens ongewild mee aan ontbossing en slavernij?

De milieubelasting van het merk dat ik koop - Alpro Soya - valt mee, volgens de app Questionmark (die je gratis kunt downloaden en ook online kunt raadplegen). Die app geeft inzicht in onder andere de milieubelasting en diervriendelijkheid van ruim 26.000 producten die je in Nederland kunt kopen; je kunt zelf aangeven welke zaken je het belangrijkst vindt.
 Alpro Soya scoort met een 9,7 beduidend hoger dan de halfvolle melk van Melkunie (7,7) die ik eerder kocht. Questionmark, dat overigens een zeer uitgebreide uitleg van zijn rekenmethodes op de site heeft staan, houdt daarbij rekening met het verbruik van grondstoffen en energie bij productie, bewerking en transport.

Toch wilde ik graag weten waar die soja van Alpro dan precies vandaan komt, en of die nu een bijdrage levert aan ontbossing en mensenrechtenschendingen of niet. In het Duurzaamheidsverslag dat Alpro vorig jaar publiceerde vond ik helaas niets over de herkomst van de soja. Maar ergens op de 'promogedeeltes' van de website is, met een beetje zoeken, wel wat informatie te vinden. Alpro werkt alleen met sojaboeren in Europa, Canada en China, staat daar, 'zodat we weten waar onze bonen vandaan komen; en dat is nooit uit gebieden waar ontbossing heeft plaatsgevonden'.

Zet dat volgende keer ook even in je Duurzaamheidsverslag, Alpro, dan komt zo'n statement net wat steviger over.

Voorlopig blijft de sojamelk.

En: de zoektocht naar meer informatie over de milieubelasting van verschillende soorten zuivel heeft een nieuwe klimaatbelofte voor mijn lijstje opgeleverd. Het eten van kaas blijkt veel schadelijker voor het milieu dan ik dacht. Om 1 kilo kaas te maken heb je, afhankelijk van hoe oud de kaas is, 6 tot 10 liter melk nodig. Daarmee is de productie van kaas even schadelijk voor het milieu als de 'productie' van veel soorten vlees.

Die rijstwafels met kaas die ik 's ochtends steevast eet, gaan dus de deur uit. Tijd voor duurzamer beleg. 

zaterdag 25 oktober 2014

De Keukentafelklimaattop, Andries-editie, oktober 2014

The results are in. Aan deze afspraken moet ik mezelf houden, terwijl ik zoek naar meer manieren om mijn persoonlijke impact op het milieu te verkleinen.

- De benzine slurpende Daewoo gaat de deur uit voor een zuiniger auto. Deadline: 1 februari 2015.

- Als de fiets een optie is, blijft de auto staan. En ja: bij regen is de fiets een optie.

- Niet meer met de lift, op mijn werk (8 verdiepingen).

- Minstens drie avonden per week vegetarisch eten.

- Onderzoeken: wat kost overstappen op groene stroom? Is het niet meer dan 10 procent duurder dan ons huidige contract: overstappen. Deadline: 1 januari 2015.

- De droger gaat maximaal één keer per week aan, en alleen voor was die te groot is voor het droogrek.

- De 'kontjes' van het brood zijn misschien minder lekker en praktisch, maar prima te eten. Opeten dus, niet weggooien.

- Overleg met mijn lief: volgens mij kunnen we best zonder vriezer, volgens hem ook?

- Geen los verpakte snacks meer (1 koekje in een plastic verpakking, dat werk)

- Waar mogelijk: groente en fruit kopen die uit Nederland komen en bij het seizoen passen.

- Douchen niet op 38 graden Celsius, maar 30 graden.

- Gewone melk inwisselen voor sojamelk.

- Koken altijd met deksel op de pan. Pastawater niet tot het eind laten koken (zet je het vuur halverwege uit, dan wordt pasta namelijk ook gewoon gaar).

- Verwarming nooit boven de 19 graden Celsius. En natuurlijk: liever een trui of vest aan dan de verwarming aan.

Mijn Keukentafelklimaattop

Even zakte de moed me deze week in de schoenen, toen regeringsleiders binnen de EU - glimmend van trots - hun graatmagere klimaatafspraken presenteerden.

Al ruim twintig jaar delen landen over de hele wereld een gezamenlijke ambitie: de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde beperken tot maximaal twee graden Celsius. Of tenminste, die ambitie delen ze op papier. Want als het er op aan komt bindende afspraken te maken waarmee we in de echte wereld onder die 2 graden kunnen blijven, laten onze politici het steevast afweten.

Maar mijn onvrede over de politieke onwil om echt iets te doen is niet het enige dat aan me knaagt. Steeds weer voel ik me ongemakkelijk, als ik tijdens het boodschappen doen wel zes plastic zakjes vul met groente en fruit. Als ik in mijn zware auto stap, restjes in de vuilnisbak schuif of een stapel folders in de papierbak kwak. En dát gevoel, dat kunnen overheden niet voor me wegnemen. Dat moet ik zelf doen.

De invloed van een individu op de processen die ons klimaat bepalen is natuurlijk miniem. Maar dat je invloed klein is, wil niet zeggen dat je geen verantwoordelijkheid draagt. Als mijn eigen levensstijl niet getuigt van respect voor onze planeet en alle levensvormen waar we die mee delen, hoe kan ik anderen dan kwalijk nemen dat zij dat respect ook niet tonen?

De zoektocht naar een minder gedachteloze, meer respectvolle, groenere manier van leven begon een paar maanden geleden. Nu wordt het tijd er echt werk van te maken. Dus houd ik mijn eigen klimaattop, aan de keukentafel. Zo meteen zet ik mijn afspraken met mezelf op papier, mijn handtekening er onder.

Op dit blog wil ik de komende tijd onderzoeken wat zo'n 'Keukentafelklimaattop' het milieu op kan leveren - en hoe makkelijk of moeilijk het is je zélf aan afspraken te houden.

Later vanavond zal ik de afspraken in een tweede bericht publiceren.
Work in progress, wordt dat overigens, want ik hoop steeds nieuwe afspraken toe te voegen.